Niks mis mee, dat het in Lasso vooral draait om het vinden van een vrouw (zie de introductie 'Cow-boy meets girl'), maar daardoor is de tragedie van het Wilde Westen wel enigszins een secundair decorstuk geworden: het lot van Indianen.
Net als in oude westernfilms zijn Indianen vaak bloeddorstige barbaren die onschuldige kolonisten en dappere soldaten belagen. Duidelijker valt dat niet te lezen dan in het laatste plaatje van Lasso 18 waar het vrede wordt, maar 'een vrede die nooit lang bewaard zou blijven, zolang er nog een Apache leefde om de vonk van haat en achterdocht tussen Indianen en blanken smeulende te houden'. Of in Lasso 115 waarin de strijdende Zwartvoetindianen in Idaho gewoon de grens met Canada overgezet worden: probleem opgelost. Blanken zijn uiteraard superieur, want een 'Indiaan kan zijn vuisten niet gebruiken' (Lasso 16) en 'als je het opperhoofd raakt, dan raken ze de kluts kwijt' (Lasso 336). Interessant is vooral Lasso 214, waar generaal George Custer wordt geportretteerd als een nobele held, die nog probeert te voorkomen dat de rechten van Indianen wederom vertrapt worden, om daarna als een soort martelaar te sneuvelen bij het -tegen zijn zin in- uitvoeren van de orders.
Hier en daar is echter iets van een ander perspectief terug te vinden zoals in Lasso 85, waar kapitein Horn zich -tevergeefs overigens- inzet om de Cheyennes van de ondergang te redden. Of in Lasso 114 waar Aaron Saxon onder de roodhuiden komt te leven, en hun zeden en gewoonten leert te waarderen, in het bijzonder de belangrijke rol die de bison in de Indiaanse cultuur speelt. Allemaal zonder succes, zoals we weten, hetgeen treffend tot uiting komt in Lasso 94 waar de inzet van het machinegeweer symbool staat voor de onstuitbare opmars van techniek en kolonisten waartegen de native americans het in de 19e eeuw moeten afleggen.
De meest interessante titels met Indianen zijn dan ook de historische verhalen over Indianen die in de turbulentie van hun tijd op drift raakten, en het pad van misdaad en geweld kozen als onvermijdelijke voorbode van hun eigen ondergang. Zoals Lasso 204 waarin Indiaan Buck Rufus het uitzichtsloze leven zat is, en samen met een paar broeders weer op blanken gaat jagen. De bende laat een spoor van dood en verderf achter, om tenslotte aan de galg te eindigen. Net als Cherokee Bill in Lasso 197, die ondanks dat zijn ouders hem een blankennaam gaven, geen kans ziet op een zelfstandig bestaan en zich tot genadeloze outlaw ontwikkelt. Amper twintig, en een strop om de nek. Net zoals het schrijnende geval van de Apache Kid (Lasso 48), een indiaanse wees, die als scout voor de blanken probeert aansluiting te vinden bij de nieuwe werkelijkheid. Het geweld tegen Indianen frustreert hem dusdanig dat hij zich tegen blanken keert, en rovend rondgaat. Halverwege de dertig, en zijn leven is ten einde. Weg verleden, weg toekomst, alleen zijn bijnaam beklijft: the Apache Kid, de apachenjongen. De Indiaanse tragiek samengevat in het trieste lot van een enkeling.
 |
|
 |
Lasso 280: de wilden van het westen |
|
Lasso 94: het machinegeweer |
|