387

IN DIENST VAN DE WET

De postkoets lijkt overvallen te zijn, en het goud dat heimelijk werd vervoerd is verdwenen. De eerste verdachte is Dick Meyer, die kort na de overval voorbijtrekt, en wiens naam te lezen is op een envelop die in de koets is achtergelaten. Maar waar is dat goud dan zo snel gebleven? En waarom zou Meyer zo snel naar die plek terugkeren?

Ook verschenen in: